Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [104]En wierpen hem ter stad uit, en stenigden [hem]; en de [105]getuigen legden hun [106]klederen af aan de voeten eens jongelings, genaamd [107]Saulus. 104. Willende daarin de wet volgen; Lev.24:14. 105. Die naar de wet het stenigen moesten beginnen; Deut.17:7. 106. Namelijk hunne opperklederen of mantels, opdat zij te beter met stenen zouden kunnen werpen. 107. Wiens bekering beschreven wordt in hfdst.9.